Ga naar de inhoud

Neurotrofines

Naast een toename van BDNF zien we ook een toename van drie andere neurotrofines als reactie op bewegen/sporten:

IGF-I = insuline gelijkende groeifactor

IGF-1 oftwel Insuline-like Growth Factor is een hormoon dat wordt afgegeven door de spieren als ze behoefte hebben aan meer brandstof tijdens activiteit. Glucose is de belangrijkste energiebron voor de spieren en de enige energiebron voor de hersenen, en IGF-1 werkt met insuline om glucose naar de hersenen te brengen. Wat interessant is dat de rol van IGF-1 in de hersenen niet gerelateerd is met brandstofbeheer maar met leren – waarschijnlijk zodat je je kunt herinneren waar de brandstof zich bevindt.
Tijdens lichaamsbeweging helpt BDNF de hersenen om de opname van IGF-te verhogen, en activeert het neuronen om de overseinende neurotransmitters serotonine en glutamaat te produceren. Vervolgens stimuleert het de productie van meer BDNF-receptoren, waarmee verbindingen worden versterkt om herinneringen vast te houden. IGF-1 lijkt met name van belang te zijn voor het langetermijngeheugen.

Evolutionair gezien heel logisch. De reden dat we het vermogen tot leren nodig hebben is om ons te helpen bij het vinden, verkrijgen en opslaan van voedsel. We hebben brandstof nodig om te leren en we hebben leren nodig om brandstof te vinden – en het zijn deze boodschappers in het lichaam die dit proces gaande houden, en ervoor zorgen dat we ons blijven aanpassen en overleven.

VEGF = vasculaire endotheliale groeifactor

VEGF is de afkorting voor Vascular Endothelial Growth Factor
Om brandstof naar nieuwe cellen te vervoeren, heb je bloedvaten nodig. Als de cellen van het lichaam een tekort aan zuurstof hebben, wat het geval kan zijn bij het samentrekken van je spieren tijdens sporten, gaat VEGF aan het werk om meer haarvaten in het lichaam en de hersenen aan te maken. Onderzoekers verwachten dat een van de redenen dat VEGF van vitaal belang is voor neurogenese, dat het de doorlaatbaarheid van de bloed-hersenbarrière verandert, zodat andere factoren zoals bijvoorbeeld IGF-1 en FGF-2 tijdens lichaamsbeweging naar binnen kunnen.

FGF-2 = fibroblast groeifactor

Een ander belangrijk element in het lichaam dat zich een weg naar de hersenen baant, is de Fibroblast Growth Factor oftewel FGF-2. Het gehalte hiervan gaat net als hij IGF-1 en VEGF omhoog tijdens beweging en is nodig voor neurogenese. In het lichaam speelt het een rol bij het groeien van weefsel, en in de hersenen is het belangrijk voor het proces van LTP.
Tijdens beweging dringen deze factoren door in de bloed-hersenbarriëre en werken dan samen met BDNF om het moleculaire systeem van leren in gang te zetten. Ze komen ook om de hoek kijken bij de aanmaak van nieuwe hersencellen, vooral tijdens beweging.

Bron: FIT! – Bewegen voor een beter brein!
John Ratey & Eric Hagerman – 2011