Serotonine
Lichaamsbeweging verhoogt het gehalte aan serotonine; een neurotransmitter die invloed heeft op onder meer stemming, welbevinden, zelfvertrouwen en impulscontrole. Serotonine staat daarom ook wel bekend als het geluksstofje in je hersenen. Mensen met een depressie hebben vaak een tekort aan serotonine.
Serotonine helpt daarnaast ook stress te voorkomen door het effect van cortisol te neutraliseren, en het maakt de celverbindingen in de cortex en hippocampus gereed die belangrijk zijn bij leerprocessen. Verder speelt serotonine ook een belangrijke rol bij leren en in het geheugen, bij pijnverwerking, het libido en de slaap.
De verhoging van het gehalte aan serotonine is een gevolg van een aantal gebeurtenissen: als je spieren beginnen te werken, breekt het lichaam vetmoleculen af om de spieren van brandstof te voorzien, waardoor verzuren in de bloedbaan terecht komen. Deze vrije vetzuren concurreren met tryptofaan (een van de acht essentiële aminozuren) om aansluitingen op transporteiwitten, waardoor de concentratie ervan in de bloedbaan wordt verhoogd. Het tryptofaan dringt door de bloed-hersenbarrière heen om zijn niveaus in balans te brengen. En zodra het zich in de hersenen bevindt wordt het onmiddellijk ingezet als bouwsteen voor serotonine.
Serotonine is een neurotransmitter met een overwegend inhiberende werking. Het is een tryptamine die invloed heeft op het geheugen, stemming, zelfvertrouwen, slaap, emotie, seksuele activiteit en eetlust.
Naast de stimulans door tryptofaan stijgt het niveau van serotonine ook door de hogere BDNF-niveaus (die stijgen door beweging).
Bron: FIT! – Bewegen voor een beter brein!
John Ratey & Eric Hagerman – 2011