‘Boksclinic leert jongeren dat ze ‘nee’ mogen zeggen’
Inholland onderzoekt: hoe zet je jongeren met boksen in hun kracht?
Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) en Kinderen van Ouders met Verslavingsproblemen (KOV) lopen tegen veel extra uitdagingen aan, door een uitdagende start in hun ontwikkeling.
“Leuk dat jullie er zijn. Ik begrijp dat het spannend kan zijn, maar we gaan één ding doen en dat is plezier maken. Jij geeft aan wat je wilt en alles mag, niets moet.” Zo begint Hannes Schneider van boksschool NSC Boxing Haarlem zijn clinic met jongeren van ouders met psychische of verslavingsproblemen (KOPP/KOV). Hij doet mee aan het onderzoek Challenge, Change, Confidence van Inholland. Jasmijn Holla, lector Kracht van Sport en Bewegen en Willemijn Langkamp, docent-onderzoeker Sportkunde verbonden aan het lectoraat van Jasmijn, coördineren het onderzoek.
“KOPP/KOV-kinderen ervaren vaak chronische stress en mentale en lichamelijke gezondheidsproblemen die doorwerken in hun opleiding, sociale omgeving of financiële situatie”, vertelt Jasmijn. “Met de RAAK-MKB-subsidie onderzoeken we aan welke inhoudelijke en organisatorische criteria een boksinterventievoor kinderen van ouders met psychische of verslavingsproblemen moet voldoen.”
Het project is gaan rollen door Willemijn. Via het Sport- en Beweeglab Haarlem kwam zij in contact met boksscholen die workshops aanbieden op scholen en zocht ze vervolgens naar lokale ggz-instellingen. “Boksen heeft een grote aantrekkingskracht op jongeren, en zeker ook op jongeren in kwetsbare posities”, vertelt Willemijn. “Het helpt bij het stellen van grenzen, geeft zelfvertrouwen en het is een manier om te ontladen.” Samen met bokstrainers en ggz-professionals werden er vanuit het lectoraat Kracht van Sport en Bewegen boksclinics opgezet binnen preventieve groepstrainingen voor KOPP/KOV. En met succes. Jongeren gaven aan dat het ze hielp emoties los te laten en bokstrainers en ggz-professionals zagen positieve stemmingsveranderingen.
Kwetsbare groep in hun kracht zetten
Een KOPP/KOV-jongere die enorm veel baat heeft gehad bij boksen is Amira Yehya, die als ervaringsdeskundige is betrokken bij het onderzoek. “Thuis was het niet gemakkelijk waardoor ik sinds mijn vierde met tussenpozen traumatherapie heb gehad. De eerste maanden op de basisschool sprak ik tegen niemand en had ik mij helemaal afgesloten van mijn gevoel. Door iets onbenulligs kon ik wel opeens heel hoog in mijn boosheid zitten. Vanaf mijn tiende ben ik gaan boksen en dat was voor mij perfect. Waar ik bij de therapie niet bij mijn gevoel kon komen, lukte dat met boksen wel.”
Carola Koek is preventiewerker bij Prezens, onderdeel van GGZ inGeest, en trainer van KOPP/KOV cursussen voor kinderen en jongeren. Zij ziet dat de boksclinic helpt om deze kwetsbare groep weer in hun kracht te zetten. “Ouders met psychische of verslavingsproblemen zijn ziek, maar kinderen hebben een enorme loyaliteit richting ouders. Ze passen hun gedrag daarop aan waardoor ze vaak moeite hebben om hun grenzen aan te geven. De boksclinic leert ze dat ze ‘nee’ mogen zeggen.”
Nummer één
Dat ‘nee’ leren zeggen zit vaak al in het begin van de clinic, vertelt Hannes met een lach. “Ik laat ze sit-ups doen en zeg vervolgens niets. Uiteindelijk stopt er wel iemand en die complimenteer ik dan met het goed aangeven van z’n grenzen.” Hij is er trots op dat hij wat kan betekenen in het leven van deze jongeren en dat hij mag samenwerken met zoveel mooie organisaties. Het zijn er ook aardig wat: Hogeschool Inholland, Hogeschool Rotterdam en Hogeschool Windesheim, boksscholen, bokstrainers, een aanbieder van scholingen (therapeutisch) boksen, belangenorganisaties, zorginstellingen en brancheverenigingen. Al deze organisaties slaan met dit onderzoek de handen ineen om te komen tot een innovatieve boksinterventie voor kinderen van ouders met psychische of verslavingsproblemen.
“Zoals vaak,” zegt Jasmijn, “draait het om vertrouwen in elkaar. In dit geval ook tussen organisaties en daarom is deze samenwerking zo belangrijk.” Ook voor Hannes draait alles om vertrouwen. “Het is de basis. Ik zoek de verbinding en zorg voor een veilige omgeving waar ze gezien worden. Deze jongeren zetten zichzelf vaak op de tweede plek. Ik zet ze op nummer één.”
Begeleiding en nazorg
Hoewel ze blij zijn met de ontwikkeling van deze boksinterventies, waarschuwen Carola en Hannes voor de wildgroei aan boksscholen die therapie aanbieden. “Je kunt deze kwetsbare jongeren niet zomaar een bokstraining geven”, zegt Hannes. “Bij het boksen komen bepaalde emoties los. Daar is begeleiding en nazorg voor nodig. Ik ben daar niet voor opgeleid en dat wil ik ook niet. Ik wil gewoon Hannes de bokstrainer blijven.” Ook Carola vindt dat je dit niet zonder begeleiding kunt doen. “Soms roept iemand dat hij of zij het niet kan, of begint iemand te huilen. Dan neem ik ze mee naar een rustige plek en ga met ze in gesprek. Deze jongeren zijn beschadigd en als er geen goede begeleiding is, dan kan een slechte ervaring het negatieve zelfbeeld bevestigen. Erger nog, als ze weglopen staan ze er wéér alleen voor en dat gebeurt bij hen al zo vaak.”
Bewegen om gezond te blijven
De bedoeling is dat meerdere studenten intensief aan dit project meewerken door middel van stages en afstudeeropdrachten. Samen met de boks- en ggz-professionals en onder begeleiding van de docent-onderzoekers gaan zij de interventiematerialen ontwikkelen, testen en evalueren. Het is hard nodig, blijkt uit cijfers van Trimbos. Maar liefst 1 op de 4 kinderen groeit op met ouders die psychische of verslavingsproblemen hebben. “Dat is enorm veel!” Carola schudt haar hoofd. “Zij hebben daardoor meer kans op het ontwikkelen van psychische klachten. Investeren in dit soort interventies als onderdeel van de bestaande KOPP/KOV-groepen, is belangrijk voor de kinderen en jongeren die het betreft. Maar het haalt ook de druk bij de ggz weg, want zonder ondersteuning komt een groot deel van die groep uiteindelijk daar terecht. Daarom vind ik het heel belangrijk dat we deze doelgroep zien. Ook los van dit project.” Jasmijn bevestigt de noodzaak ervan. “Preventie is nu meestal gericht op praten, maar dit werkt niet voor alle jongeren. Lichaamsgerichte interventies zijn voor sommige jongeren misschien wel een beter hulpmiddel om emoties te uiten. Oftewel: bewegen om gezond te blijven in een situatie die niet altijd heel gezond is”, zegt Jasmijn. “Hoe mooi is het als hiermee deze jongeren veerkrachtiger worden.”