Ga naar de inhoud

Bewegen bij depressie geen wondermiddel

Jeroen Deenik

Beweging bij depressie:

krachtig, maar geen wondermiddel

Recent is er opnieuw aandacht geweest voor een claim die begin 2023 in de media verscheen: beweeginterventies zouden effectiever zijn dan medicatie of therapie bij de behandeling van depressie. Zowel internationale als Nederlandse websites, zoals The Times en Scientias, publiceerden artikelen met koppen als “Grote studie toont aan: sporten veel effectiever tegen depressie dan therapie of medicijnen”. Deze krachtige boodschap wekt de indruk dat hardlopen of sporten voldoende of zelfs beter is om antidepressiva en cognitieve gedragstherapie (CGT) te vervangen. Hoewel de voordelen van beweeginterventies voor de psychische gezondheid onmiskenbaar zijn, is het gevaarlijk om te suggereren dat dit een wondermiddel is dat andere vormen van behandeling kan vervangen.

De bron van de claim

De koppen die zoveel aandacht trokken, zijn gebaseerd op een studie gepubliceerd in het British Journal of Sports Medicine. Deze studie toonde aan dat beweeginterventies significant effectief zijn bij het verminderen van depressieve symptomen, een belangrijke bevinding die de rol van fysieke activiteit voor psychische klachten en aandoeningen verder onderbouwt. In de vertaling naar de media zoals hierboven genoemd schuilt echter het probleem: de studie heeft geen directe analyse gedaan tussen beweeginterventies en andere behandelvormen zoals medicatie en CGT. De onderzoekers hebben studies die deze directe vergelijking maakten bewust uitgesloten. De conclusie dat beweging effectiever zou zijn dan medicatie of gedragstherapie is daarom geen bevinding van deze studie, maar enkel gebaseerd op een bredere vergelijking in de literatuur.

Het gevaar van simplistische boodschappen

Hoewel de voordelen van beweging veelvuldig zijn aangetoond, is het belangrijk te erkennen dat het niet voor iedereen haalbaar is om dit als enige behandeling te omarmen. Mensen met een ernstige depressie hebben vaak moeite met motivatie en energie, wat regelmatig sporten een uitdagende optie maakt. De suggestie dat een beweeginterventie medicatie of therapie kan vervangen, zoals gesuggereerd door de koppen in The Times en Scientias, kan daarom misleidend zijn en niet zonder risico’s. Bij mensen die zonder overleg stoppen met hun medicatie of therapie, kunnen symptomen immers verergeren.

Maar waarom wordt deze kennis niet beter toegepast in de GGZ?

Een veelgestelde vraag naar aanleiding van deze krachtige claims is waarom beweeginterventies niet veel meer worden ingezet in de preventie en behandeling van psychische klachten en aandoeningen. Het antwoord hierop is dubbel. Enerzijds klopt het dat beweging een veel grotere rol zou kunnen spelen in de preventie en behandeling. Beweeginterventies zijn ook steeds vaker opgenomen in behandelrichtlijnen als (eerste keus) behandeloptie en zouden op eenzelfde manier moeten worden overwogen als meer conventionele behandelopties. Bovendien gebeurt het nog veel te vaak dat mensen tijdens de behandeling mínder gaan bewegen, wat bijdraagt aan het risico op verergering en in stand houden van klachten.  De positieve effecten zijn overtuigend en zouden beter gepositioneerd en gepromoot moeten worden in behandelplannen.

Anderzijds is het belangrijk om de uitdagingen in de implementatie van beweeginterventies te erkennen. Hoewel iets beter is dan niets, worden vooral de grotere effecten waar het in deze claims over gaat bereikt bij regelmatige minimaal matig intensieve activiteit (verhoogde ademhaling/hartslag). Mensen met psychische aandoeningen ervaren veel uitdagingen om in beweging te komen, wat het (zelfstandig) komen tot deze intensiteit vaak lastig maakt. Redenen die mensen motiveren om aan beweeginterventies mee te doen (zoals gewicht verliezen, stemming verbeteren, stress verminderen) staan in contrast met belemmeringen die zij ervaren, zoals somberheid en stress. Dit toont de patstelling waarin veel mensen zich bevinden: ze weten dat beweging hen zou kunnen helpen, maar de realiteit van hun aandoening maakt het moeilijk om daadwerkelijk te beginnen en vol te houden. Daarnaast ervaren behandelaren vaak nog uitdagingen in het bespreken, verwijzen en motiveren van mensen en vragen zij om hulpmiddelen hierbij.

Een genuanceerdere kijk

Interessant genoeg werd in dezelfde periode vorig jaar een andere studie gepubliceerd in het Journal of Affective Disorders, die minder aandacht kreeg in de media dan de eerder genoemde studie, maar die wél een directe vergelijking maakte tussen antidepressiva en running therapie. Deze studie, uitgevoerd door onderzoekers van het Amsterdam UMC, vond dat beide behandelingen vergelijkbare effecten hadden op psychische gezondheid. Running therapie bleek echter gunstiger voor de lichamelijke gezondheid, met verbeteringen in cardiovasculaire fitheid en verminderingen in lichaamsgewicht en bloeddruk. De onderzoekers erkennen daarin de realiteit van implementatie in de praktijk met aandacht voor motivatie, duurzaamheid en het volhouden van interventies. De onderzochte interventie vroeg immers van mensen dat zij twee tot drie keer per week 45 minuten running therapie meededen, wat een aanzienlijk grotere uitdaging kan zijn om vol te houden dan het gebruiken van medicatie.

Conclusie

Beweeginterventies zijn zonder twijfel een krachtige optie in behandeling van psychische aandoeningen, maar het is geen wondermiddel. Misleidende koppen die suggereren dat sporten medicatie of therapie kan vervangen, doen geen recht aan de complexiteit van uitdagingen waar mensen mee te maken hebben. Terwijl we het risico van inactiviteit erkennen en de voordelen van beweging omarmen, moeten we blijven pleiten voor een gebalanceerde benadering van de behandeling van klachten en aandoeningen, waarin verschillende therapieën – inclusief medicatie en CGT – hun eigen waarde behouden en in samenspraak worden afgestemd op het individu. Beweging zou zeker een prominentere plaats mogen krijgen binnen de GGZ, maar alleen als we ook aandacht besteden aan en handreikingen ontwikkelen voor de uitdagingen die dit met zich meebrengt.


Meer lezen over de effecten van bewegen in de preventie en behandeling van psychische klachten?

Lees dan het hoofdstuk ‘Bewegen’ in het boek Leefstijlpsychiatrie voor een uitgebreid overzicht.