Ga naar de inhoud

Verklaringen

Beweging heeft onder andere een gunstig effect op de werking van dopamine. Dopamine is een stof die een rol speelt bij de communicatie tussen hersencellen. Bij verschillende hersenaandoeningen, zoals bij de ziekte van Parkinson, depressie, angststoornissen en dementie is de werking van dopamine verstoord. Bepaalde delen van de hersenen, de basale ganglia en de prefrontale cortex, zijn erg gevoelig voor dopamine. Als de werking van dopamine verstoord is, worden ongewenste bewegingen niet meer goed onderdrukt door de basale ganglia. Dit verklaart waarom Parkinsonpatiënten trillen. Door te bewegen verbetert de werking van dopamine en kunnen de effecten van veroudering en hersenaandoeningen verminderd of mogelijk voorkomen worden (bron: Hersenen en beweging).