PTSS
Inleiding door Minke van de Kamp
Docent PMT en promovendus aan de Vrije Universiteit Amsterdam
Het is bekend dat mensen met een posttraumatische stress-stoornis (PTSS) een groter risico lopen op lichamelijke aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, problemen in de spijsvertering, het immuunsysteem en de hormoonbalans (Gutpa, 2013).
Dit wordt verklaard doordat het stresssysteem uit balans is geraakt; heftige stressreacties en verdovingsreacties komen vaak voor en die hebben een ongunstige invloed op veel fysieke processen (D’Andrea, Sharma, Zelechoski, & Spinazzola, 2011). Een andere verklaring is dat mensen met PTSS als gevolg van hun klachten soms minder goed voor zichzelf gaan zorgen (bijvoorbeeld slecht eten of fysiek inactief worden) of ongezonde manieren ontwikkelen om met hun klachten om te gaan (zoals veel roken of alcohol drinken) (Sumner et al., 2015).
Ook is het zo dat mensen met PTSS vaak last hebben van andere lichamelijke klachten, zoals pijnklachten, stijfheid en stramheid in spieren, gevoel van slapte of verlamming of vervreemding van hun lichaam (Hoek & Scheffers, 2014 ; Ogden, Minton, & Pain, 2006 ; Price, 2005).
Hoewel de lichamelijke klachten die bij mensen met PTSS vaak voorkomen en zorgen voor een extra drempel om in beweging te komen, blijkt dat bewegen wel een gunstig effect heeft op de mentale gezondheid van mensen met PTSS. Dit wordt geconcludeerd uit verschillende onderzoeken, waarvan een gedeelte is samengevat in een review geschreven door Rosenbaum, Vancampfoort en anderen (2015).
In de review van Rosenbaum en collega’s (2015) worden 4 onderzoeken besproken, waarbij vormen van bewegen (yoga, duurtraining en duurtraining gecombineerd met krachttraining) werden onderzocht op effectiviteit in het behandelen van PTSS-klachten en depressieve klachten. Deze bewegingsprogramma’s bleken een positieve invloed te hebben op de PTSS-klachten en depressieve klachten. Er waren geen ongunstige effecten van de inspanning gerapporteerd. In maar één van deze studies werd ook fysieke gezondheid gemeten voor en na het bewegingsprogramma. Hoewel die ene studie wel positieve effecten op de fysieke gezondheid liet zien, is dit nog te weinig informatie om conclusies uit te trekken.
