Bewegen – een belangrijk onderdeel van leefstijl – wordt al sinds de jaren 60 toegepast in de geestelijke gezondheidszorg in Nederland en Vlaanderen. Wat zeggen recente wetenschappelijke onderzoeken over de effectiviteit van beweeginterventies binnen de GGZ?
Davy van Campfort, Thomas Scheewe, Tine van Damme en Jeroen Deenik hebben hierover een uitgebreid overzichtsartikel geschreven. Ze hebben hiervoor gebruik gemaakt van meta-analyses van gerandomiseerd onderzoek en cohortstudies die gepubliceerd zijn op PubMed, Psycarticles en Embase in de periode 1 januari 2015 tot 31 januari 2020. In hun artikel vind je een samenvatting van de recente meta-analytische evidentie voor bewegen in de preventie en behandeling van depressieve stoornissen, angststoornissen, psychotische stoornissen, bipolaire stoornissen, middelenafhankelijkheid, ADHD, autisme en eetstoornissen.
RESULTATEN
Er was sterke evidentie voor de gunstige effecten van beweging in de behandeling van
- lichte en matige depressie bij kinderen/adolescenten,
- volwassenen en ouderen,
- ernstige depressie,
- angststoornissen en
- psychotische stoornissen bij volwassenen en
- voor het verminderen van adhd-symptomen bij kinderen.
- Bewegen verminderde verder het risico op depressie, angst en in mindere mate psychose en
- verbeterde de cardiorespiratoire fitheid en slaapkwaliteit bij personen met een psychiatrische aandoening.
CONCLUSIE:
Er is transdiagnostisch wetenschappelijke evidentie voor gunstige effecten van beweeginterventies op psychiatrische en lichamelijke gezondheid.
Voor het volledige artikel, geplaatst in het Tijdschrift voor Psychiatrie, klik op onderstaande link