ADHD
‘Er zijn veelbelovende onderzoeksresultaten die laten zien dat beweeginterventies onder andere de aandacht verbeteren en de hyperactiviteit, impulsiviteit en angstsymptomen verminderen (45, 46), vergeleken met de gebruikelijke behandeling of gezondheidseducatie. Verbeteringen in angst werden bevestigd in ander onderzoek, waarin ook vermindering van depressieve symptomen, denkproblemen, sociale problemen en agressief gedrag gevonden werd (47). Ook zijn er aanwijzingen voor verbetering van de fijne motoriek, die vaak onderontwikkeld is vergeleken met kinderen zonder ADHD (46). Verbetering in hyperactiviteit en impulsiviteit werd hierin echter niet gevonden.
Meerdere overzichtsstudies vonden verbeteringen van het executief functioneren met kinderen met ADHD die deelnamen aan beweeginterventies (45, 48, 49, 50), waarbij deze interventies het hoogste gemiddelde effect lieten zien vergeleken met biofeedback, cognitieve gedragstherapie en cognitieve training (48). Er zijn meer gedegen studies van hoge kwaliteit nodig om hier betrouwbaardere uitspraken over te doen, maar deze resultaten zijn veelbelovende.’
Uit het toonaangevende handboek Leefstijlpsychiatrie (2022) hoofdstuk 3.2.6. ADHD.